De Bataafse mythe in de 19e eeuw

Tijdens de Bataafse Republiek, en ook daarna, bleven de Bataven in de belangstelling. De bekende Nederlandse schrijver Jan Wagenaar (1709-73) schreef over de Bataven voor de Nederlandse kinderen in zijn Vaderlandsche Historie Verkort (1782). Ook bij Wagenaar waren de Bataven Republikeinen (voor een moderne vertaling, klik >hier):

“De opperste Regeering [van de Bataven] stondt aan eene vergadering van de voornaamsten uit het Volk; die vooral in tyden van oorlog, eenen uit de Adel verkooren, om, onder den titel van Koning of Hertog, het Leger te gebieden, en regt te oefenen. [...] Zyne magt was niet onbepaald. Als hy de vergadering der voornaamsten bywoonde, mogt hy wel raaden, maar niet gebieden. De naam van Koning zelf was gehaat, als de Koning ooit zyne magt misbruikte”.

Claudius Civilis - klik om groot beeld te zien
>Claudius Civilis roept zijne landgenooten ten strijde tegen Rome op,
uit een bekend geschiedwerk uit de jaren 1880.

In 1813 ontstond het Koninkrijk[1] der Nederlanden. Ook daarna bleven de Bataven een belangrijk onderwerp in de geschiedenisles[2] op school. Dit is een van de episodes, die steeds aan de leerlingen verteld werd (klik >hier voor een moderne vertaling):

“‘Landgenoten en broeders, wier wapenroem tot aan de einden der wereld is doorgedrongen, een zwaar juk ligt op ons. De Romeinen behandelen ons niet langer als bondgenooten, - neen, als slaven! [...] Landgenooten, vrije Batavieren, wilt gij u nog langer ongestraft laten bespotten; wilt gij nog langer als slaven voor uwe onmenschelijke verdrukkers knielen? Wilt gij dat? Of wilt ge vrij zijn? Grijpt dan naar uwe roemruchtige wapenen!’ ‘Te wapen! Te wapen!’ klinkt het als uit één mond, zoodra Civilis geëindigd heeft”.

In de ‘Schoolwet’ van minister Johannes Kappeyne van de Coppello uit de late 19e eeuw, lezen we (klik >hier voor een moderne vertaling):

“Alleen dat deel der vaderlandsche geschiedenis dat de leerling een bevattelijk overzicht schenkt van de wording van de Nederlandse staat en hem de grote daden leert kennen van ons voorgeslacht, door welks volharding onder leiding van Oranje, ons onafhankelijk bestaan werd gegrondvest, verdient een brede ontwikkeling”.

In de >20e eeuw bleef de belangstelling voor de Bataven bestaan.