"Landgenoten[1] en broers, van wie de wapenroem[2] tot in alle hoeken van de wereld bekend geraakt is, er rust een zwaar juk op ons[3]. De Romeinen behandelen ons niet langer als bondgenoten, - neen, als slaven! [...] Landgenoten, vrije Bataven, willen jullie nog langer ongestraft[4] bespot[5] worden, willen jullie nog langer als slaven voor jullie onmenselijke[6] verdrukkers[7] knielen[8]? Willen jullie dat? Of willen jullie vrij zijn? Grijp dan naar jullie roemrijke[9] wapens!' ‘Te wapen! Te wapen!’ klinkt het als uit één mond, van zodra Civilis ophoudt met spreken.”

sluit dit venster