Een Bataafse identiteit?

De ##Bataafse identiteit was in de 17de eeuw overal in de samenleving aanwezig. De belangrijkste handelsnederzetting[1] van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in Azië, op het eiland Java, kreeg in 1619 de naam ‘Batavia’. In 1948 werd Indonesië onafhankelijk. Pas toen kreeg de stad een andere naam (Jakarta).

De Bataven bleven ook voor schrijvers een belangrijk thema. Johan van Heemskerck schreef in 1637 zijn Inleydinghe tot het ontwerp van een Batavische Arcadia. Dit populair werk gaat over een idyllisch reisje van een aantal Hagenaars naar Katwijk. Bij Vondel, de belangrijkste schrijver uit de Republiek, zijn de Bataven het onderwerp van zijn Batavische gebroeders. In dit werk legt ook Vondel een verband tussen de opstand van de Bataven en die van Nederlanders in de 16de eeuw.

Joost van den Vondel, Batavische gebroeders (1663) - klik om groot beeld te zien
>Joost van den Vondel, Batavische gebroeders (1663).

Ook in de 18e eeuw bleef de Bataafse mythe populair. In 1795 ontstond de Bataafse Republiek (1795-1806). Deze Republiek kwam er na de ##Bataafse revolutie. Tijdens deze revolutie streden de Orangisten, die Willem V steunden, met de patriotten[2]. De patriotten wilden een meer democratische staat en kregen de steun van Frankrijk. De Bataafse Republiek werd gevormd naar het voorbeeld van Frankrijk. Toch was het een belangrijke periode voor de Nederlandse politiek. De eerste Nederlandse grondwet[3], bijvoorbeeld, werd ontworpen[4] in 1798.

In de late 18e en >19e eeuw verschenen de Bataven ook in de Nederlandse scholen.