Jij
vlugge oude man, die op altijd onvermoeibare vleugels* door de dunne
lucht heen snijdt, en, zonder het zeil neer te laten, voortdurend
met de wind van achteren vaart, en ieder het nakijken geeft; aartsvijand
van de rust, jij die dag en nacht in de weer bent;
tijd die zich nooit laat inhalen of terughalen, jouw gretige, felle
honger verslindt en verteert alles wat eerst zo sterk leek en jij
brengt hele naties en koninkrijken ten val.
Jij bent iedereen te snel af. Maar waarom heb ik nu juist het gevoel
dat je je zo vreselijk traag voortbeweegt?
Mijn liefste, vanaf het moment dat jij niet meer bij mij bent, probeer
ik de onwillige tijd almaar aan te porren, en sleep ik iedere dag
met veel moeite naar zijn eind. Jouw afwezigheid valt mij bijzonder
zwaar.
Mijn verlangen naar jou kan de god van de tijd niet in beweging
krijgen. Maar men zegt dat het woord 'verlangen' juist daarin zijn
oorsprong vindt:immers, door zo intens naar jou te verlangen, maak
ik de tijd die ik zo graag korter wil hebben, alleen maar langer.
*of:
die altijd op onvermoeibare vleugels
|