s

Eerste politieke stappen

Inleiding

  Aantal kiezers Bevolking
Cijnskiesrecht[1] in België:
1831: c. 55.000 c. 3.800.000
1848: c. 79.000 c. 4.360.000
1870: c. 108.000 c. 5.090.000
1884 c. 126.000 c. 5.780.000
Algemeen (mannen)kiesrecht:
1894: c. 1.370.000 c. 6.340.000

Rond 1860 begon een tweede fase in de geschiedenis van de Vlaamse Beweging. De flaminganten probeerden nu politieke macht te verwerven om de positie van de volkstaal te verbeteren. Deze nieuwe fase hangt samen met een aantal veranderingen in het Belgische kiessysteem[2]. De kleine burgerij kreeg nu ook stemrecht. De Vlaamse kleine burgerij, die vooral Vlaams sprak, steunde de Vlaamse Beweging en kon nu politieke druk uitoefenen.

Een van de belangrijkste figuren in de Vlaamse Beweging van die tijd, was Julius Vuylsteke. Hij was van mening dat de flaminganten zich nu ten volle op de politiek moesten storten. Er waren in het België van toen twee partijen die de politiek beheersten: de katholieke partij, die de Vlaamse Beweging sinds de jaren 1840 en 50 steunde, en de liberalen. Vuylsteke meende dat de flaminganten zich moesten engageren in de liberale partij en enkel via deze partij moesten proberen de Vlaamse belangen te verdedigen. >Voor een korte beschrijving van het leven van Julius Vuylsteke klik hier.

De “Vlaamse kwestie” is ook een maatschappelijke kwestie

Julius Vuylsteke
Julius Vuylsteke (1836-1903).

Julius Vuylsteke (1836-1903) was advocaat, politicus, letterkundige en een belangrijke figuur in het Willemsfonds, een flamingantische[3] culturele vereniging. Hij meende dat de “Vlaamse kwestie” meer was dan alleen een taalkwestie: het was ook een maatschappelijke kwestie. Het 'Vlaamse volk' leefde in armoede en achterstand. Vlaanderen lag, volgens Vuylsteke, achter op Wallonië op verschillende vlakken: onderwijs, werkloosheid, voeding, criminaliteit én politiek engagement. Vuylsteke spreekt van een “arm Vlaanderen”, een streek die erg achterliep op het rijkere Wallonië. Vlaanderen, in het verleden een welvarend gebied, was verarmd omdat zijn economie nog vooral op de landbouw en de verouderde ambachtelijke[4] nijverheid[5] steunde. Wallonië, daarentegen, had in deze periode reeds een bloeiende (groot)industrie. Ook om deze reden had het Vlaams, de taal van "arm Vaanderen", zo'n negatief imago. Wie Vlaams sprak, was arm en weinig geschoold.

Een meer democratisch perspectief

Vuylstreke meende dat de positie van het Nederlands enkel kon verbeterd worden als ook het Belgische politieke systeem hervormd en meer democratisch werd. Net als de meeste flaminganten uit die tijd, wilde Vuylsteke beter onderwijs, ruimer stemrecht en meer economische maatregelen. Volgens Vuylsteke lag "arm Vlaanderen" achter op Wallonië omdat de meeste Vlamingen niet voldoende geschoold waren. Deze nadruk op beter onderwijs zou een centrale positie blijven innemen in het programma van de Vlaamse Beweging voor 1914. Vuylsteke beweerde dat de strijd van de flaminganten dezelfde was als die van de liberalen. Voor Vuylsteke was de tegenstelling tussen katholieken en liberalen van erg groot belang. De strijd tegen de katholieke kerk en voor het herstel van de volkstaal viel, volgens Vuylsteke, samen.

Flamingantisme en de strijd tussen liberalen en Katholieken

Volgens Vuylsteke waren er twee oorzaken voor de Vlaamse achterstand: de verwaarlozing van het Nederlands en de macht en invloed van de katholieke kerk. Vuylsteke verweet de katholieke kerk dat ze de mensen dom en bijgelovig hield. Als het Vlaamse volk zijn positie wilde verbeteren, moest het zich dus ook tegen de Kerk keren. Voor een overtuigd liberaal als Vuylsteke was het onmogelijk om met de Kerk samen te werken in de Vlaamse strijd. Vuylsteke was tegen een gemeenschappelijk Vlaamsgezind front dat bestond uit zowel liberalen als katholieken. De flaminganten waren dus verplicht te kiezen, of voor de liberalen, of voor de katholieken. Dit leidde tot grote verdeeldheid[6] binnen de Vlaamse Beweging van de jaren 1870.

“Herstel van de landstaal”

Niet alleen tegen de Kerk moesten de Flaminganten zich, volgens Vuylsteke, verzetten, maar ook tegen de verfransing[7] van Vlaanderen. Vuylsteke spreekt van "herstel van de landstaal". Dit betekende voor hem, en de Vlaamse Beweging in haar geheel, de officiële erkenning van het Nederlands naast het Frans in Vlaanderen. Vuylsteke wilde dus dat Vlaanderen officieel tweetalig werd.

>>Eerste taalwetten

Guido Gezelle
Guido Gezelle (1830-1899)

In de jaren 1870 begonnen de acties van de flaminganten een reeks belangrijke resultaten op te leveren. Er werden nieuwe taalwetten gemaakt (in 1873, 1878 en 1883) die het Nederlands, naast het Frans, officieel erkenden in Vlaanderen. Rechtspraak was nu ook mogelijk in het Nederlands, ambtenaren moesten minstens het Nederlands begrijpen en in de openbare middelbare scholen werd nu ook in de volkstaal les gegeven. Vlaanderen was tweetalig aan het worden. >Voor een overzicht van de eerste taalwetten, klik hier.

Een deel van de flaminganten had gekozen voor de katholieke partij, niet voor Vuylsteke's geliefde liberale partij. Enerzijds omdat de liberalen te zeer tegen de Kerk waren, maar anderzijds ook omdat de katholieke partij de flamingantische eisen steunde. De taalwetten waren het werk van katholieke regeringen. De Vlaamse Beweging ging in de komende jaren meer en meer in katholieke richting evolueren. Net als Vuylsteke, gebruikten ook de katholieken de Vlaamse kwestie in hun strijd tegen de liberalen. Er werd gesproken van een "katholiek Vlaanderen", een volk dat trouw was aan zijn godsdienst, taal en zeden. De priester-leraar >Guido Gezelle, die een voorstander was van het gebruik van het dialect als schrijftaal, is waarschijnlijk de belangrijkse literaire vertegenwoordiger van deze visie. Vanaf dit moment gingen de Vlaamse liberalen, en later ook de socialisten, de Vlaamse Beweging meer en meer als 'klerikaal[8]' beschouwen. Daarnaast veranderde het programma van de Beweging in deze periode maar weinig: de strijd voor de verbetering van de positie van het Nederlands bleef centraal. Pas in 1890 werd het programma uitgebreid op de manier die Vuylsteke reeds in de jaren 1860 en 70 had voorgesteld.

Vragen en antwoorden

1. Waarom ging Vuylsteke niet akkoord met flaminganten die beweerden dat de verbetering van de positie van het 'Vlaamse volk´ volledig afhing van de taalwetten?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

2. Waarom was de Vlaamse Beweging verdeeld in de jaren 1870?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

3. Waren er verschillen tussen de taalgrieven van de Vlaamse Beweging uit de jaren 1860 en 70 en die van de flaminganten die in 1840 een petitie organiseerden rond deze kwestie?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

4. Waarom ging de Vlaamse Beweging door liberalen beschouwd worden als een klerikale organisatie?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

>Om meer te weten te komen over de Vlaamse Beweging in de jaren 1890, klik hier.