s

"Een Vlaams volk"

>>Een Franstalige staat

Na het ontstaan van België in 1830 werd het Frans de officiële taal van het land, hoewel in Vlaanderen, het noordelijke deel van België, het Nederlands de volkstaal[1] was. Het Frans was de taal van de adel, de geestelijken en de burgerij, zowel in Vlaanderen als in Wallonië, het zuidelijke deel van België. De elite sprak dus Frans en had alle politieke macht in handen, omdat ze als enige groep vertegenwoordigd was in het Belgische parlement. De Vlaamse burgerij gebruikte het Frans om zich te onderscheiden van de lagere klasse, die de volkstaal hanteerde.

De politieke leiders geloofden dat eenheid van taal, de eenheid van het land bevorderde. Ze beschouwden het bestaan van één taal binnen één land als een politieke noodzaak. Het Frans was het bindende element in de nieuwe Belgische staat. Het Vlaams, zoals de taal van de Vlamingen meestal genoemd werd, werd beschouwd als een minderwaardige taal. Het Vlaams was immers nog geen >>standaardtaal en had maar weinig prestige.

Het Frans in het openbare leven

De leiders van België wilden het bestuur, het onderwijs, de rechtspraak en het leger volledig Franstalig[2] maken. Vooral in de steden en op de hogere niveaus was deze politiek een succes. Sterk Franstalig was de centrale administratie, de besturen van provincies en grote steden, en het leger. Maar ook in de gerechtshoven en op de middelbare en hogere scholen werd vooral het Frans gebruikt.

De Belgische grondwet garandeerde de vrijheid van taal, en verplichtte het gebruik van de officiële taal niet. Als gevolg gebruikten de meeste ambtenaren in Vlaanderen en in de centrale administratie, het Frans. Ze hadden immers de vrijheid de taal van hun keuze te gebruiken.

Jan Frans Willems
Jan Frans Willems
(1793-1846)
Jan-Baptist David
Jan-Baptist David
(1801-1866)
Hendrik Conscience
Hendrik Conscience
(1812-1883)

“Een Vlaams volk ”

Tussen 1830 en 1848 was er maar weinig verzet in Vlaanderen tegen het Franstalig karakter van het bestuur en het gerecht. Enkele letterkundigen, zoals >Jan Frans Willems en >Jan-Baptist David, verdedigden echter het belang van het Nederlands voor de Belgische cultuur. Ze beweerden dat deze taal een specifiek element was van de Belgische cultuur en het eigen karakter van het land benadrukte. Ze wilden dat België erkend werd als een land met een dubbele cultuur.

Rond deze tijd ontstond ook het idee dat bij de Vlaamse taal een 'Vlaams volk' hoorde. Het concept 'Vlaams volk' was een uitvinding van de Vlaamse Beweging: een Vlaams volk, of Vlaanderen als politieke eenheid, had in het verleden nooit bestaan. >Hendrik Conscience gaf in zijn historische roman #De Leeuw van Vlaanderen (1838), gebaseerd op het verhaal van de >Guldensporenslag (11 juli 1302), een geschiedenis en verleden aan 'het Vlaamse volk'. Geschiedenis werd dus gebruikt om een Vlaams gevoel aan te wakkeren.

De Vlaamse Beweging bestond in deze periode uit niet meer dan enkele Vlaamsgezinde organisaties. Het waren vooral onderwijzers, schijvers, kunstenaars en priesters die een rol speelden in de Beweging. Omdat deze Vlaamsgezinden[3], of flaminganten, niet tot de hogere burgerij behoorden, hadden ze geen stemrecht. Ze konden dus maar weinig politieke druk uitoefenen. In 1840 eisten ze in een petitie dat de volkstaal, samen met het Frans, als officiële taal erkend werd in Vlaanderen. De regering wilde de wetgeving echter niet aanpassen.

Katholieke steun

De Vlaamse Beweging werd in deze vroege periode vooral gesteund door katholieken. Hoewel de katholieke kerk geleid werd door Franstaligen, geloofde ze dat het behoud van godsdienst en de volkstaal nauw samenhing. De Vlaamse taal was voor de gewone mensen immers het instrument waardoor ze het geloof beleefden. Verschillende katholieke priesters en onderwijzers gaven daarom les in de volkstaal in de katholieke middelbare scholen.

Op weg naar een politieke beweging

Rond 1860 begon een nieuwe fase binnen de Vlaamse Beweging. Voor deze periode was de Vlaamse Beweging vooral een literaire beweging die een gevoel van trots wilde aanwakkeren in 'Vlaamse' geschiedenis, taal en cultuur. Politieke acties, zoals de petitie van 1840, waren uitzonderingen. In 1856 werd onder druk van de Vlaamsgezinden een commissie opgericht over de voornaamste taalgrieven[4]. De voorstellen van de commissie, die nauw aansloten bij die van de petitie van 1840, werden echter niet gevolgd door de regering. Dit leidde tot een tweede fase binnen de Vlaamse Beweging. De flaminganten begonnen nu naar politieke invloed en macht te streven.

Vragen en antwoorden

1. Waarom werd eenheid van taal gezien als een politieke noodzaak door de Belgische regering?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

2. Hoe werd het Vlaams gezien door de leiders van de nieuwe Belgische staat?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

3. Was de Vlaamse Beweging gekant tegen[5] België in deze periode?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

4. Waarom steunde de katholieke kerk de Vlaamse Beweging?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

>Om meer te weten te komen over de eerste politieke successen van de Vlaamse Beweging klik hier.