Wetgeving
1873: taalgebruik in strafrecht: gebruik van het Nederlands toegelaten
1878: taalgebruik in bestuur: taalgebruik van ambtenaren moest Nederlandstalig of tweetalig te zijn
1883: taalgebruik in officieel middelbaar onderwijs: grotere plaats voor het Nederlands als vak en als voertaal
1898: taalgebruik in officiële wetgeving (Gelijkheidswet)
1910: taalgebruik in het middelbaar onderwijs
1913: taalgebruik in het leger
1914: wet op het lager onderwijs, art.15: onderwijstaal = moedertaal of gebruikelijke taal van het kind
1921: taalgebruik in bestuur (toepassing van principe van eentaligheid, maar met verscheidene uitzonderingen)
1928: taalgebruik in het leger (eentalige compagnies & tweetalige legertop)
1930: vernederlandsing universiteit van Gent
1932: taalgebruik in bestuur (toepassing van principe van eentaligheid)
1932: taalgebruik in lager en middelbaar onderwijs (idem)
1935: taalgebruik in rechtspraak (idem)
1938: taalgebruik in het leger (eentalige regimenten; een versterkte tweetaligheid van de legertop)
1962: vastleggen van de taalgrens
>>1963: taalgebruik in onderwijs, bestuurszaken en rechtszaken (versterkte eentaligheid)
1967: officiële Nederlandse vertaling van de Belgische grondwet
1968: Katholieke Universiteit Leuven wordt Nederlandstalig; Franstalige Katholieke Universiteit verhuist naar Wallonië
>>1970: 1ste staatshervorming[1] – oprichting van Vlaamse en Franse gemeenschappen
1980: 2de staatshervorming – oprichting van Vlaams, Waals en Brussels gewest
1988: 3de staatshervorming – uitbreiding van bevoegdheden van gewesten
1992/93: 4de staatshervorming – België wordt een federale staat |
Geschiedenis van de Vlaamse Beweging
1830-1840: ontstaan van de Vlaamse Beweging
1840: eerste petitie
1856: Grievencommissie
1890-1910: radicalisering onder invloed van ideeën van Julius MacLeod, August Vermeylen, Lodewijk de Raet en Frans van Cauwelaert
1914-1918: Eerste Wereldoorlog –
1918- 1933: meerderheid steunt van Cauwelaerts programma (status van eentaligheid voor Vlaanderen); minderheid wil zelfbestuur
1933-1940: groeiend succes van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), een extreem-rechtse, nationalistische partij
1940-1944: Tweede Wereldoorlog – collaboratie[2] van VNV en andere nationalistische groepen met Duitse bezetter
1961: doorbraak van Volksunie, een nieuwe, pluralistische[3] nationalistische partij
1968-78: opsplitsing van de nationale politieke partijen
1978: ontstaan van Vlaams Blok, een nieuwe, extreem-rechtse anti-Belgische partij |