s

Stroomversnelling

Inleiding

Julius MacLeo
Julius MacLeod (1857-1919)

In de periode rond de eeuwwisseling kwam de Vlaamse Beweging in een stroomversnelling. Door het invoeren in 1893 van een variant van het algemeen (mannen)stemrecht, het zgn. >algemeen meervoudig stemrecht (AMS), kon geen enkele partij zich permitteren de stem van de Vlaamsgezinde kiezers volledig te negeren. ##Binnen de liberale en socialistische partij won de flamingantische vleugel aan invloed, terwijl de Vlaamsgezinde groep binnen de katholieke partij sterker werd. Dat het bovenal katholieke politici waren die de spreekbuis waren van de Vlaamse Beweging hangt niet alleen samen met de ontwikkelingen die we eerder vermeldden, maar ook met het feit dat tussen 1886 en 1900 geen andere partij een parlementszetel won in Vlaanderen. In 1884 was de katholieke partij als winnaar uit de liberale – katholieke partijstrijd gekomen en de verruiming van het stemrecht in 1893 zou haar >monopolie op het regeringschap niet onderbreken.
De introductie van het AMS en het luwen van de katholieke – liberale tegenstelling creëerde ook een opener intellectueel klimaat. Flaminganten gingen de Vlaamse kwestie opnieuw ruimer definiëren, knoopten terug aan bij de democratische ideeën van de jaren 1850 en 1860 (waarvan Vuylsteke een voorbeeld was), en breidden het werkveld van de Vlaamse Beweging uit van taalwetgeving naar onderwijskwesties en economische vraagstukken. Julius MacLeod, wetenschapper (hoogleraar aan de Gentse rijksuniversiteit) en liberaal flamingant, is één van deze figuren en zijn brochure Taal en Kennis (1895), waaruit hier drie fragmenten volgen, is een fundamentele bijdrage tot het toenmalige debat binnen de Vlaamse Beweging. >Voor een korte biografische schets van Julius MacLeod klik hier.

Onderwijs en wetenschap zijn de sleutels

Jan Frans Willems
Titelpagina van
Het Nederlandsch en de wetenschap

van Julius MacLeod (1901)

Zoals Vuylsteke betoogde MacLeod dat de heropstanding van het Vlaamse volk ook afhankelijk was van economische ontwikkeling en een vernieuwing van de autochtone Vlaamse cultuur. Taalwetgeving moest volgens MacLeod gepaard gaan met hervorming van het onderwijs. De oplossing van de Vlaamse kwestie lag in de vernederlandsing (de totale vernederlandsing), verbetering en uitbreiding van het onderwijs. Een belangrijk onderdeel van MacLeod´s betoog betreft de taak van de elite in het ongedaan maken van de intellectuele achterstand van het Vlaamse volk. Vuylsteke had het al over de taalbarrière en het gebrek aan “intellectueel verkeer” tussen de verfranste burger en de lagere klassen in de Vlaamse samenleving. MacLeod´s aanval op de verfranste elite van Vlaanderen is radicaler. Zijn uitgangspunt is een kritiek op het zgn. beschavingsargument waarmee de verfransing gerechtvaardigd werd: aangezien de Franse taal drager is van een hogere beschaving en van wetenschap, zo klonk het argument, hielp verfransing de bekrompen autochtone cultuur optrekken op Europees peil. In het eerste fragment ondermijnt MacLeod dit argument door te stellen dat niet de Franstaligen maar de Nederlandstaligen de ware kosmopolieten zijn. De betekenis is duidelijk: de verfranste elite kan geen enkele rol spelen in het opvoeden van het Vlaamse volk; deze taak komt toe aan de jonge, opkomende Nederlandstalige intellectuele elite. Na het eerste fragment, dat onmiddelijk gevolgd wordt door enkele vragen, belanden we bij een ander fragment, waarin MacLeod de vorming van een Vlaamsgezinde intelligentsia verbindt met het andere thema van zijn betoog, de vernederlandsing en verbetering van het onderwijs.

Fragment 1

“Gedurende de eeuw die zal beginnen zal de wetenschap de grote macht zijn. De wetenschap zal meer en meer het grote werktuig worden dat alles zal voortbrengen. [...] Ieder beschaafd land heeft aan de vooruitgang van de wetenschap een zeker aandeel, en wie slechts de wetenschappelijke voortbrengselen van één land kent moet onvermijdelijk in een toestand van inferioriteit blijven. Om nu met de wetenschap van de verschillende volken bekend te worden is het nodig meerdere talen te kennen. De Vlamingen hebben voor de studie van vreemde talen een buitengewone aanleg: hun eigen taal heeft zoveel gemeen met de overige Germaanse talen, nl. met Duits en Engels, dat het aanleren van deze beide laatste voor hen in korte tijd mogelijk is. Bijgevolg zijn de Vlamingen – en dit is ook voor de >Noordnederlanders geldig – beter misschien dan enig ander volk geschikt om, in de wetenschap, al de voordelen van het wereldburgerschap te genieten, maar dit is slechts mogelijk op voorwaarde dat de Vlaming Vlaming blijft.

[O]nze verfranste Vlamingen hebben de kostbare eigenschappen van hun ras grotendeels verloren. [...] Voor hen is Frankrijk nog steeds le >cerveau de l´univers; zij lezen gestaag in Franse boeken, tijdschriften, kranten, dat de Franse beschaving al de andere beschavingen overtreft. Zij vermoeden niet eens hoezeer Frankrijk, sedert 50 jaar, op het gebied van de wetenschap door Engeland en Duitsland overvleugeld is.

Op de verfransing heeft men een leugenachtig etiket geplakt: men heeft verfranst namens het kosmopolitisme, om de ´Chinese muur´ te doen verdwijnen; men heeft echter een nieuwe muur opgetrokken.

De verfranste Vlamingen zijn geworden als de Fransen zelf; het aanleren van vreemde talen kost hun voortaan veel moeite; zij zijn, op intellectueel gebied, afgezonderd van de overige wereld. Wij wonen in een huis dat door vensters en deuren gemeenschap kan hebben met Noord en Zuid, met Oost en West; de verfransing heeft de deuren en de vensters aan drie zijden trachten te sluiten en heeft de steunmuur van het huis, aan de zuidelijke kant, willen omverwerpen.”
(gemoderniseerde tekst)

1. Wat bedoelt MacLeod als hij stelt dat de Vlaming Vlaming moet blijven?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

2. Naar welke algemene ontwikkelingen in de Europese (en wereld-)geschiedenis verwijst MacLeod ter staving van zijn argument dat de Nederlandse taal een beter medium is dan het Frans om het peil van de Vlaamse cultuur op te trekken?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

3. “De verfransing heeft de deuren en de vensters aan drie zijden trachten te sluiten”: welke drie zijden bedoelt MacLeod?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

Fragment 2

[De flaminganten] alleen zijn in staat om de leermeesters van de volksklassen en van de burgerij zelf te worden. [...][Zij moeten] de vruchten van hun denken in de taal van hun volk verkondigen en aldus in het bereik brengen van de massa[...] Het aantal flaminganten die zich op de studie van de wetenschap toeleggen is groter geworden, vooral onder de jongeren. Aldus ontstaat langzamerhand een Vlaamse wetenschappelijke elite, die geroepen is om een grote, heilzame invloed op het land uit te oefenen.

Het werkveld dat voor de Vlaamse wetenschap openligt is ontzaglijk: ons lager en middelbaar onderwijs is in vele opzichten verachterd; wanneer men bijvoorbeeld het onderwijs in de geschiedenis, de aardrijkskunde, de wiskunde, de natuurlijke wetenschappen en de talen en de handboeken die men gebruikt vergelijkt met het onderwijs en de schoolboeken in andere landen, bijvoorbeeld in Nederland, is men over onze inferioriteit verbaasd en tevens onthutst. De oude slenter heerst hier almachtig [...].

Het onderwijs van de burgerij moet vervlaamst worden, van de hogeschool tot de lagere school. Het Nederlands moet het voertuig worden van het gehele onderwijs, d.w.z. dat alle vakken door middel van het Nederlands en met behulp van Nederlandse leerboeken dienen onderwezen te worden, zonder enige inmenging van het Frans. Het is hier niet alleen een kwestie van taal, het vervangen van Franse termen door Vlaamse; daarenboven moet de verouderde, eenzijdige, Franse wetenschap, die tegenwoordig bijna uitsluitend onderwezen wordt, vervangen worden door de frisse, kosmopolitische wetenschap van de Vlaamse school. Het is niet alleen in de taal, het is in de wetenschap zelf dat het Vlaams moet doordringen. Hierin moeten de Vlaamse geleerden de weg banen en zo nodig leraars en onderwijzers voorlichten.

De vooroordelen tegen de vervlaamsing van het onderwijs zijn bij velen sterk; zolang men de vervlaamsing van het onderwijs in het belang van de volksklassen afsmeekt, ik zou haast zeggen afbedelt, zal men weinig verkrijgen; wanneer de wetenschap zelf die vervlaamsing vraagt luistert men aandachtiger. Hier wederom moet de Vlaamse wetenschap tussenkomen en zij moet hoog staan en gezag hebben om aangehoord te worden.”
(gemoderniseerde tekst)

Vernederlandsing van het onderwijs

1898: Gelijkheidswet

het Nederlands erkend als officiÎle taal in BelgiÎ, naast het Frans

MacLeod´s pleidooi voor de vernederlandsing van het onderwijs is gebaseerd op een beschavingsargument: vernederlandst onderwijs is beter onderwijs. Hij doet daarmee tegelijkertijd een oproep aan alle flaminganten: het is niet louter een kwestie van het vervangen van het Frans door het Vlaams, vernederlandsing moet ook leiden tot kwaliteitsverbetering. Bovendien pleit MacLeod voor totale vernederlandsing. Het Nederlands moet de exclusieve voertaal worden in het onderwijs én Nederlandstalig onderwijs moet ingericht worden op alle niveaus, inbegrepen het hoger onderwijs. Zijn doelwit was het “onderwijs van de burgerij”, het onderwijs dat enkel binnen het financiële bereik lag van de middenklassen, met name het middelbaar onderwijs (dat tweetalig was) en het hoger onderwijs (de universiteiten van Gent, Leuven en Brussel die nagenoeg geheel Franseentalig waren); het lager onderwijs was veelal geheel Nederlandstalig (met uitzondering van Brussel). Via volledig vernederlandst onderwijs, geleidelijkaan in te voeren, en met de hulp van de intelligentsia die zich zal vormen aan een Nederlandstalige universiteit zal de Vlaamse cultuur op Europees peil komen, zo klonk het argument. De eis enkel het Nederlands toe te laten als voertaal in het onderwijs vloeide voort uit MacLeod´s inzicht in het “onderwijs van de burgerij” als verfransingsmechanisme, als één van de voornaamste strategieën waarmee het Franstalige Belgische establishment garandeerde dat ook de toekomstige Vlaamse elite tweetalig zou zijn (en mettertijd eentalig Frans zou worden).

De Vlaamse Beweging zal de volledige vernederlandsing van het onderwijs in Vlaanderen en het omvormen van de rijksuniversiteit van Gent, “fakkel van Franse cultuur”, tot de >>eerste Nederlandstalige universiteit van België als doel op termijn overnemen. Sinds de eerste taalwetten (1873, 1878, 1883) had de Nederlandse taal verdere vooruitgang geboekt (voor een lijst van taalwetten zie ´Chronologisch overzicht´): de taalwet van 1883 op het officiële middelbare onderwijs had ook haar weerslag op een groot aantal vrije katholieke middelbare >scholen (waar veel meer leerlingen waren dan in de openbare middelbare scholen); de oprichting van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (1886); een stijgend aantal verfranste gemeente- en stadsbesturen stapten over op het Nederlands als exclusieve bestuurstaal; een hogere oplage voor Nederlandstalige kranten (om het nieuwe stemgerechtigde lezerspubliek in Vlaanderen te bereiken!). De Vlaamse Beweging werd nu vooral gedragen door ambtenaren, bedienden, onderwijzers, een groeiende groep voor wie de vernederlandsing van het openbare leven vooral veel betere beroepsperspectieven bood. Op het politieke terrein verschenen nu nieuwe, strijdlustigere flamingantische drukkingsgroepen, dikwijls opgericht onder impuls van Vlaamse katholieke studenten.

Dwingelandij?

Weg met de dwingelandij!! pamflet.
Weg met de dwingelandij!!" pamflet.
>Om het pamflet uit te vergroten klik hier.

Gemoderniseerde versie van de tekst in bijgaand pamflet:
“Weg met de dwingelandij!! Leve de vrijheid!
Vlamingen!
Gaat u zich nog langer laten overmeesteren door de verdrukkers en vijanden van uw kinderen? Die luidruchtige flaminganten kennen allen Frans: de meeste spreken en schrijven die taal beter en gemakkelijker dan hun moedertaal!
Zouden alle Vlamingen dan niet het recht hebben hun kinderen in het Frans behoorlijk te laten onderrichten?
Wij zijn toch allen gelijk voor de wet! Waarom twee maten en gewichten?
Laat u niet misleiden door de valse volksvrienden die uw ware belangen miskennen en uw gezichtseinder willen beperken.
Leer Frans in uw eigen voordeel! Eis Franse lessen voor uw kinderen!
Alles voor België!
Katholiek Verbond tot het handhaven der rechten van het familiehoofd (Gent)”

De eis van totale vernederlandsing van het onderwijs in het Vlaamse landdeel was radicaal. Het hield een kwalitatieve verandering in van de taalpolitieke visie van de Vlaamse Beweging die tot dan toe vrede had genomen met een officieel tweetalig statuut voor Vlaanderen. Algehele vernederlandsing van het onderwijs poneerde immers dat de taal van deze regio Nederlands was en dat onderwijs, bestuur en rechtswezen georganiseerd dienden te worden in die taal alleen. Dit was een rechtstreekse aanval op de Franstalige topgeledingen van de Vlaamse samenleving – minder dan 5% van de lokale bevolking. Het zal nog duren tot de jaren 1900 vooraleer de Vlaamse Beweging voorzichtig tot deze conclusie zal komen. Tegenstanders begonnen echter al te schermen met het argument dat het Frans bijgevolg niet meer zou fungeren als overkoepelende taal van België en dat de eenheid van het vaderland op het spel stond. De notie dat het Frans het interne bindmiddel van België was kon volgehouden worden zolang het Frans, naast het Nederlands, aanwezig bleef in onderwijs, bestuur en rechtspleging in het Vlaamse landdeel en supreem bleef in België in zijn geheel. De >Gelijkheidswet van 1898 zou die illusie een eerste flinke deuk geven. Door deze wet, die een grote symbolische waarde had, drong het Nederlands voor het eerst goed door op nationaal niveau, waar tot dan toe het Frans domineerde (parlement, regering, wetgeving, centrale diensten van de rijksadministratie, leger). De Gelijkheidswet erkende het Nederlands als rechtstaal : in wetgeving, Koninklijke Besluiten en de parlementaire behandeling van wetgeving verkreeg de Nederlandse tekst dezelfde status als het Frans.

Het bijgaande pamflet (“Weg met de dwingelandij!!”) past in dit kader. Sommige Vlamingen, gesteund door zowel liberale als katholieke politici, vreesden dat als het Nederlands in het middelbare onderwijs op de eerste plaats zou komen, dit hun kinderen zou benadelen. Zij verzetten zich tegen het principe dat men zich moest aanpassen aan de taal van de regio waar men woont (dus: in Vlaanderen Nederlandstalig onderwijs) en beriepen zich op de vrijheid van de ouders in de keuze van de taal voor het onderwijs om tweetalig of Franstalig onderwijs te claimen voor hun kinderen. Dus weg met de dwingelandij en leve de vrijheid. Dat zij ook de slogan “Alles voor België!” hanteerden wijst erop dat zij de integriteit van het Belgische vaderland in het gedrang zagen komen als het Frans verdween als onderwijstaal in Vlaanderen.

“De meeste flaminganten spreken en schrijven Frans beter en gemakkelijker dan hun moedertaal!”, zo luidt het in het pamflet. Dit was een verwijt waarop MacLeod zinspeelt in het laatste stuk van zijn brochure, waar hij terugkeert naar zijn argument dat de Nederlandse taal een beter medium is dan het Frans om wetenschap te beoefenen en om het culturele peil van Vlaanderen op te trekken.

Fragment 3

“Het gebruik van het Nederlands inzake wetenschap wordt door velen afgekeurd: vroeger was het onze taal die te onvolmaakt en te lomp was; ik herinner mij nog de tijd, ongeveer 15 jaar geleden, toen ikzelf uitgedaagd werd om in het Nederlands over wetenschap te schrijven. Men hield dit voor onmogelijk! Thans durft men daarmee niet meer voor de dag komen; het zou te bespottelijk zijn! Thans zingt men een ander lied: de ´Chinese muur´ wordt voor de dag gehaald! Men vertelt aan de jonge wetenschappers dat zij, door Nederlands te schrijven, de voortbrengselen van hun intellectuele arbeid voor andere specialisten verbergen en de vooruitgang van de wetenschap belemmeren. ´Men zal u niet lezen!´: dit herhaalt men gestaag.[...]

Hierop kan door feiten geantwoord worden, namelijk door te wijzen op het succes, dat een aantal Nederlandsschrijvende geleerden (Hollanders en Belgen) in het buitenland hebben behaald.[...] [H]et Nederlands heeft [...] een toekomst vóór zich: hoe meer Nederlandse werken over wetenschap geschreven worden, hoe meer onze taal in het buitenland zal gewaardeerd worden. Wij staan niet alleen: Nederland, Nederlands-Indië, Suriname en Zuid-Afrika moeten wij niet vergeten. De toekomst hebben wij in handen.”
(gemoderniseerde tekst)

Nederlands als cultuurtaal

Weg met de dwingelandij - poster.
Les ministres flandrins",
karikatuur op de Gelijkheidswet.
>Voor het onderschrift in Nederlandse
vertaling klik hier
.

>Om het pamflet uit te vergroten klik hier.

Zoals MacLeod aangeeft, ging de kwaliteit van de taal van de Vlamingen gevoelig vooruit in deze jaren. Het was nu een gestandaardiseerde taal (geen veelheid van dialecten), het gebruik van die standaardtaal ging vooruit met rasse schreden dankzij het onderwijs en de media én het was een taal die gedeeld werd met Nederland (geen autonoom Vlaams-Belgische taal). Veel trager was de opkomst van het Nederlands als wetenschapstaal in België; het opzetten van Vlaamse wetenschappelijke verenigingen, tijdschriften en congressen en de verspreiding van boeken uit Nederland brachten hierin geleidelijkaan verandering. MacLeod was ervan overtuigd dat het Nederlands een cultuur- en wetenschapstaal met internationale uitstraling kon worden.
Het Nederlands bleef echter sukkelen met het imago van een ´onvolmaakte´ of ´lompe´ taal, een taal die slecht beheerst werd en zonder uniform spraakgebruik. Wat dit laatste aangaat trokken Vlamingen niet de conclusie om naast de spelling en schrijftaal, ook de gesproken taal uit Nederland over te nemen. Het is tekenend dat de Gelijkheidswet het had over de “Vlaamse” taal en dat zelfs Flaminganten weinig spraken van de “Nederlandse” taal; de Nederlandsgezindheid van MacLeod, zoals die tot uiting komt in de laatste paragraaf van dit fragment, was vrij uitzonderlijk. Bijgaande karikatuur op de Gelijkheidswet, daterend uit de jaren 1900, is een mooie weergave van hoe sommige Franstaligen de taal van de Vlamingen percipieerden (de meeste Franstaligen waren Nederlandsonkundig). Er wordt gesuggereerd dat er niet zoiets bestaat als een standaardtaal – er zijn enkel dialecten.

In het spoor van MacLeod als flamingantisch intellectueel en ideoloog van de Vlaamse Beweging trad Lodewijk de Raet die meer nog dan de eerste de nadruk legde op de economische ontwikkeling van Vlaanderen en de kwestie van vernederlandst hoger onderwijs vanuit een economisch perspectief benaderde.

Leesvaardigheidsvragen

1. Lees het eerste fragment opnieuw. Wat suggereert het gebruik van het woord “ras” over hoe MacLeod de Vlamingen zag?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

2. Waarom legde MacLeod zoveel nadruk op de vernederlandsing van het hoger onderwijs?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

3. Wat was de symbolische waarde van de Gelijkheidswet van 1898?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

4. Wat bedoelde MacLeod als hij zei “Wij staan niet alleen: Nederland, Nederlands-Indië, Suriname en Zuid-Afrika moeten wij niet vergeten”?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

5. Wat waren de vooroordelen waartegen de taal van de Vlamingen moest opboksen?

>Voor het juiste antwoord klik hier.

>Om meer te weten te komen over Lodewijk de Raet en het zgn. “cultuurflamingantisme” klik hier.