virtual dutch logo geschiedenis van de Nederlandse taal

Extra vragen


De bedoeling is dat je naar taalkenmerken zoekt in de vijf fragmenten en dat je deze vervolgens indeelt in één van de volgende drie categorieën: Oudnederlands, Middelnederlands en Nieuwnederlands. Elk fragment wordt gevolgd door een vertaling in hedendaags Nederlands. Onderbouw je antwoord door zoveel mogelijk taalkenmerken te beschrijven.

Tip: Zoek naar proclisis en enclisis, let op de woordeinden en de vormen van het lidwoord en het wederkerige voornaamwoord.


Fragment 1


NB: de Amstel en het Y zijn twee rivieren in Amsterdam (vroeger: Amstelredam)

Aan d'Aemstel en aan 't Y, daar doet sich heerlijc open
Sy, die als Keyserin, de kroon draeght van Europe,
Amstelredam, die 't hooft verheft.

Aan de Amstel en aan 't Y, daar doet zich heerlijk open
[= daar openbaart/vertoont zich]
Zij, die als Keizerin, de kroon draagt van Europa,
Amsterdam, die 't hoofd verheft.

>Klik hier om je antwoord te controleren.


Fragment 2


Forchta in bivonga quamon over mi in bethecoda mi thuisternussi
In ic quad wie sal gevan mi fetheron also duvon

Vrees en beving kwamen over mij en duisternis bedekte mij;
En ik sprak: "Wie zal mij geven vederen als duiven?"

>Klik hier om je antwoord te controleren.


Fragment 3


Aldus quam hi ghegaen duer twout
Daer voghele songhen menichfout,
Te voet, dies hi niet dicke ne plach.
Doe dochtem dat hi voor hem sach
Enen casteel ende ene riviere

Aldus kwam hij gegaan door 't woud
- Waar vogels zongen menigvoud -
Te voet, wat hij niet dikwijls placht [te doen].
Toen scheen het hem alsof hij voor zich zag
Een kasteel en een rivier.

>Klik hier om je antwoord te controleren.


Fragment 4


NB: in de Romeinse mythologie is Vulcanus de god van het vuur; hij was getrouwd met Venus. Jupiter is de Romeinse tegenhanger van Zeus. Momus is de god van de spot.

Vulkaen, die hem [i.e. Momus] niet wel moght lijen,
Trock God Jupijn stil by sijn vaght,
En sey hem safjes van ter zijen,
'Heer! Sie je wel, hoe dat hy laght?'

Vulcanus, die hem niet wel mocht lij(d)en,
Trok God Jupiter stil bij zijn vacht [versta: klederen],
En zei hem zachtjes van terzijde:
'Heer! Zie je wel, hoe dat hij lacht?'

>Klik hier om je antwoord te controleren.


Fragment 5


Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn;
Du coors die doot, du liets mi thleven.

Egidius, waar ben je gebleven?
Ik verlang naar jou, gezel van mij;
Jij koos de dood, jij liet mij 't leven.

>Klik hier om je antwoord te controleren.


>Klik hier om verder te gaan naar de geluidsfiles.