Extra vragenDe bedoeling is dat je naar taalkenmerken zoekt in de vijf fragmenten en dat je deze vervolgens indeelt in één van de volgende drie categorieën: Oudnederlands, Middelnederlands en Nieuwnederlands. Elk fragment wordt gevolgd door een vertaling in hedendaags Nederlands. Onderbouw je antwoord door zoveel mogelijk taalkenmerken te beschrijven. Tip: Zoek naar proclisis en enclisis, let op de woordeinden en de vormen van het lidwoord en het wederkerige voornaamwoord. Fragment 1NB: de Amstel en het Y zijn twee rivieren in Amsterdam (vroeger: Amstelredam) Aan d'Aemstel en aan 't Y, daar doet sich heerlijc open Aan de Amstel en aan 't Y, daar doet zich heerlijk open >Klik hier om je antwoord te controleren. Fragment 2 Forchta in bivonga quamon over mi in bethecoda mi thuisternussi Vrees en beving kwamen over mij en duisternis bedekte mij; >Klik hier om je antwoord te controleren. Fragment 3 Aldus quam hi ghegaen duer twout Aldus kwam hij gegaan door 't woud >Klik hier om je antwoord te controleren. Fragment 4NB: in de Romeinse mythologie is Vulcanus de god van het vuur; hij was getrouwd met Venus. Jupiter is de Romeinse tegenhanger van Zeus. Momus is de god van de spot. Vulkaen, die hem [i.e. Momus] niet wel moght lijen, Vulcanus, die hem niet wel mocht lij(d)en, >Klik hier om je antwoord te controleren. Fragment 5 Egidius, waer bestu bleven? Egidius, waar ben je gebleven? >Klik hier om je antwoord te controleren. |