Fragment 2

Dit tekstfragment komt uit de Oudnederlandse >Wachtendonckse psalmen (deel van Psalm 54 (55 in de moderne editie)).

1. Een typisch kenmerk van het Oudnederlands zijn de volle klinkers in onbeklemtoonde woordeinden. Vergelijk bijvoorbeeld: 'quamon' vs 'kwamen', 'bethecoda' vs 'bedekte', 'gevan' vs 'geven'. De volle klinkers in deze voorbeelden zijn in het hedendaagse Nederlands schwa’s geworden. Sommige eindlettergrepen zijn volledig verdwenen; bijvoorbeeld, 'bivonga' vs 'beving' en 'thuisternussi' vs 'duisternis'.

2. Men gebruikt de Latijnse spelling; bijvoorbeeld, 'ic' voor 'ik', 'quamon' voor 'kwamen', en 'sal' voor'zal'.


sluit dit venster