Question:
The fragment consists of several different sections. How many? Indicate
the beginning and end of each section and give a short summary of its
content (max. 150 words). Also how much time has passed between the
beginning and end of the digression?
Click
>here to check your
answers.
Juist wilde Havelaar een aanvang maken met het verhaal dat zyn gasten
van hem wachtten, en dat ophelderen zou waarin en waaom hy den Generaal
Vandamme te Natal zoo 'gekontrarieerd' had, toen mevrouw Slotering zich
in de voorgalery van haar woning vertoonde, en den politie-oppasser wenkte,
die naast Havelaars huis op een bank zat.
Question: What is the role of Mrs Slotering in the fragment? Follow
her and describe her actions. Click
>here to check your answer.
Een
uitweiding is hier noodig, en zelfs wil ik eens uitweiden over uitweidingen.
Question: What is the narrator's theory about digressions? Describe.
Click
>here to check you answer.
Is
gegeven: een langwerpig vierkant dat ge wel wilt verdeelen in een-en-twintig
vakken, drie breed, zeven diep. We nummeren die vakken, beginnende van
den linker-bovenhoek rechts-uit, zodat vier onder één
kome, vyf onder twee, en zoo vervolgens.
Read the
description of Havelaar's house and compound again (113-180).
Questions:
What
more is this digression about than the layout of Havelaar's house
and compound?
Given
the narrator's theory of digressions, do you think that - in his own
digression - he contradicts his own theory?
Click
>here to check your
answers.
Maar
omdat ik geloof dat het u later genoegen zal doen, het pad gezien te
hebben dat we straks zullen betreden, voel ik me nu genoopt u iets te
zeggen van Havelaars huis.
(Max Havelaar, ed. Kets-Vree, p. 212)
Question:
What
is the narrator anticipating? What signals can you find in the fragment
that make clear the fact that the narrator is getting ahead of himself?
What do you expect will happen, on the basis of this anticipation?
Click
>here to check your
answer.
Now
read the following fragment from Max Havelaar, almost 90 pages further
into the novel:
't
was namiddag. Havelaar trad uit de kamer, en vond zyn Tine in de voorgalery,
hem wachtende met de thee. Mevrouw Slotering trad haar huis uit en scheen
zich naar de Havelaars te willen begeven, maar eensklaps wendde zy zich
naar 't hek, en wees daar met vry hevige gebaren een man terug die even
te-voren was binnengetreden. Ze bleef staan tot zy zich verzekerd had
dat hy naar-buiten was teruggegaan, en keerde daarop langs het grasveld
naar Havelaars huis terug.
'Ik wil
toch eindelyk eens weten wat dit beduidt!' zei Havelaar, en toen de
begroeting voorby was, vroeg hy op schertsenden toon, om haar niet te
doen meenen dat hy haar een weinigje gezag misgunde, op een erf dat
vroeger 't hare was:
- Wel,
mevrouw, zeg me toch eens waarom u de menschen die 't erf betreden,
zoo terugzendt? Als die man van zoo-even nu eens iemand was die kippen
te-koop had, of iets anders wat noodig kon zyn voor de keuken?
Er vertoonde
zich op 't gelaat van mevrouw Slotering een pynlyke trek die niet ontsnapte
aan Havelaars blik.
- Ach
zeide zy, er is zooveel slecht volk!
- Zeker, dat is er overal. Maar als men 't de menschen zoo moeielyk
maakt, zullen de goeden ook wegblyven. Kom-aan, mevrouw, vertel me
toch eens ronduit waarom ge zoo streng opzicht houdt over 't erf?
Havelaar
zag haar aan, en trachtte vergeefs het antwoord te lezen in haar vochtig
oog. Hy drong iets sterker op verklaring aan
de weduwe berstte
in tranen uit, en zei dat haar man ten-huize van het distriktshoofd
te Parang-Koedjang vergiftigd was.
- Hy
wilde rechtvaardig zyn, m'nheer Havelaar, ging de arme vrouw voort,
hy wilde een eind maken aan de mishandeling waaronder de bevolking
zucht. Hy vermaande en dreigde de Hoofden, i n vergaderingen en schriftelyk...
ge moet zyn brieven gevonden hebben in 't archief?
Dit was
zoo. Havelaar had die brieven gelezen, waarvan afschriften voor my
liggen.
- Hy
sprak telkens met den resident, vervolgde de weduw, maar altyd vergeefs.
Want daar 't van algemeene bekendheid was dat de knevelary plaats
had ten behoeve en onder bescherming van den Regent, wien de resident
niet by de Regeering wilde aanklagen, leidden al die gesprekken tot
niets dan tot mishandeling van de klagers. Daarom
had myn arme man gezegd dat hy, als er geen verbetering kwam vóór
't einde des jaars, zich rechtstreeks wenden zou tot den Gouverneur
-generaal. Dat was in November. Hy ging kort daarna op een inspektiereis,
gebruikte het middagmaal ten huize van den Dhemang van Parang-Koedjang,
en werd kort daarop in deerniswaarden toestand te-huis gebracht. Hy
riep, op de maag wyzende: 'vuur, vuur!' en weinige uren later was
hy dood, hy die altyd een voorbeeld was geweest van goede gezondheid.
And continuing...
- Hebt
ge den dokter van Serang laten roepen? vroeg Havelaar.
- Ja,
maar hy heeft myn echtgenoot slechts kort behandeld, omdat deze kort
na zyn komst gestorven is. Ik durfde den dokter myn vermoeden niet
meedeelen, omdat ik wegens myn toestand voorzag deze plaats niet spoedig
te kunnen verlaten, en bevreesd was voor wraak. Ik heb gehoord dat
gy even als myn echtgenoot u verzet tegen de misbruiken die hier heerschen,
en daarom heb ik geen gerust oogenblik. Ik had dit alles voor u willen
verbergen om u en mevrouw niet angstig te maken, en bepaalde my dus
tot het bewaken van tuin en erf, opdat geen vreemden toegang zouden
hebben tot de keuken.
Nu werd
het Tine duidelyk waarom mevrouw Slotering haar eigen huishouding was
blyven voeren, en zelfs geen gebruik had willen maken van de keuken
'die toch zoo ruim was'.
(Max
Havelaar, of De Koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij,
ed. Annemarie Kets-Vree, 1998, p. 300-301)
Question:
What is becoming clear to Tine? Relate your answer to Questions
2 and 5. Click >here
to check your answer.
Click
>here for some extra questions on Multatuli's
Max Havelaar or >here to go to the
evaluation form.