De houding van de overheid tegenover immigranten
>>De
houding van de overheid tegenover immigranten
In de
loop der jaren is de houding van de Nederlandse overheid tegenover immigranten
nogal veranderd. Hier volgt een overzicht.
Arbeidsmigranten: de eerste generatie
'Meer
welvaart,
meer vuil,
meer Turken'. Het is duidelijk waar de eerste gastarbeiders voor kwamen:
zij mochten het onaangename
werk, dat de Nederlander niet (meer) wilde doen, opknappen.
Niet alleen in de schoonmaak, ook in de scheepsbouw, de mijnen, de tuinbaiw
en in de textiel- en zware industrie was een grote vraag naar arbeidskrachten.
En hard werken moesten ze.
"Er kwamen van die ronselaars
die ons vroegen of we in Europa zouden willen werken. Het was
net een jongensdroom die in
vervulling ging. Natuurlijk wilden we naar dat land
waar het geld voor
het oprapen lag! Maar voordat het zover was, moest je
een aantal tests ondergaan en werd je gekeurd. Er werd je wat
in het Frans gevraagd. Gaf je antwoord, dan was je vast en zeker
geschoold
en konden ze je niet gebruiken; deed je dat niet, dan was je
een boerenzoon die hard kon werken."
Achmed
62 jaar
|
De gastarbeiders
die in de jaren '60 en '70 naar Nederland kwamen, hadden het plan om
snel veel geld te verdienen en dan terug te gaan naar hun land van herkomst.
Dat was ook de bedoeling
van de Nederlandse overheid. Daarom leefden de gastarbeiders vaak samen in pensions
en hoefden ze op geen enkele manier te integreren in de Nederlandse
samenleving.
Ze kregen ook geen taalles aangeboden; dat zou alleen maar tijd kosten
en was bovendien nergens voor nodig. Alles werd immers voor de gastarbeiders
geregeld: huisvesting,
eten en vervoer van en naar het werk.
>Naar boven
"'Telefoon,' zei ik met een gebaar. 'Oh, u wilt bellen,'
zei het meisje vriendelijk. Zenuwachtig draaide ik het nummer.
Het enige wat ik met mijn Marokkaanse accent kon zeggen, was:
'Hallo, ik Bel'aïd.' 'Ha, die Bel'aïd, hoe gaat het?'
klonk het aan de andere kant. 'Alles goed,' zei ik kort
en bondig. Want meer Nederlands sprak ik niet."
Bel'aïd,
61 jaar
|
Maar
de meeste gastarbeiders gingen niet terug naar huis maar lieten hun vrouw
en kinderen, van wie ze vaak jarenlang gescheiden hadden geleefd, naar
Nederland komen. Dit was een grote verandering:
"Mijn man en ik moesten in de beginperiode
in Nederland erg wennen
aan elkaar, dat kwam ook doordat ik in Marokko alles
zelf deed en zelfstandig
leefde. Het geld
beheerde ik zelf en de opvoeding
van mijn kinderen lag ook in mijn handen. Ik bepaalde dus alles
zelf. Toen we in Nederland kwamen, werd alles opeens anders
mijn man nam
alles over. Hierdoor ontstond er een gespannen situatie.
Doordat mijn man de eerste jaren erg steng en afstandelijk
was, kwam ik vrijwel nooit buiten. Ik was de hele dag in mijn
eigen huis opgesloten."
Fatma
53 jaar
|
Iedereen
beseft nu wel dat de 'gastarbeiders' en hun families geen 'gasten' meer
zijn maar permanente bewoners van Nederland zijn geworden. En toch verandert
het beleid van de overheid nauwelijks.
>Naar boven
Begin
jaren '80 komt het zogenaamde minderhedenbeleid
op gang. Het gaat economisch niet goed in Nederland en veel gastarbeiders
zijn werkloos of arbeidsongeschikt
geworden. Het 'minderhedenbeleid' is een speciaal welzijns-
en cultuurbeleid voor allochtonen. De bedoeling is om de maatschappelijke
achterstand en achterstelling
van minderheden (niet-westerse allochtonen) te verkleinen. Dit wil de
overheid onder andere doev door onderwijs te geven in de e'gen taal
en cultuur. Er is maar weinig aandacht voor integratie. Veel allochtonen
van de eerste generatie spreken geen of weinig Nederlands. Vooral voor
vrouwen leidt dit vaak tot een sociaal isolement.
"Het zou erg belangrijk voor me zijn om wat Nederlands
te spreken; dan hoef ik tenminste niet iedere keer mijn man
of kinderen mee te vragen als ik naar de tandarts of het ziekenhuis
moet. Dat is een heel probleem. Geld voor een taxi heb ik niet,
het openbaar vervoer is voor mij totaal onbekend en autorijden
kan ik al helemaal niet. Het valt allemaal niet mee voor een
Marokkaanse vrouw als ik."
Fatma
53 jaar
|
Na dit
'minderhedenbeleid' start men in 1989 het 'allochtonenbeleid'. Dit beleid
richt zich niet meer op het behoud van de eigen taal en cultuur maar
is bedoeld om de allochtoon te laten integreren in de Nederlandse samenleving.
Er komt een basiseducatie en de allochtoon moet zijn of haar best doen
als hij/zij eenmaal deelneemt aan een cursus. Maar omdat dit beleid
vooral geldt voor mensen die nieuw in Nederland komen, verandert er
voor de oudere generatie weinig. Bovendien zijn er lange wachtlijsten
voor de Nederlandse taalcursussen. Pas de laatste tijd komt er iets
meer aandacht voor de positie van allochtonen die al langere tijd in
Nederland wonen. Het volgen van cursussen is uoar hen (nog) niet verplicht maar
deze zogenaamde 'oudkomers' worden steeds vaker taal- en integratiecursussen
aangeboden. De gemeente Amsterdam gaat zelfs actief op zoek:
Oudkerk zoekt 'oudkomers'
De
gemeente Amsterdam gaat de komende jaren 23.000 'oudkomers'
opsporen, mensen die voor 1998 naar Nederland zijn gekomen,
maar nog altijd het Nederlands niet machtig
zijn. Onvoldoende in elk geval om zichzelf in een Nederlandstalige
omgeving te kunnen redden. Het cursusaanbod bleek - voor zover
al aanwezig - niet voor hen te werken.
Het
'instapniveau'
was te hoog, er was geen kinderopvang of de lessen werden gegeven
op momenten dat er gewerkt diende te worden. Veelal zijn ze
afgehaakt,
na keer op keer hun neus te hebben gestoten. Na al die jaren
worden ze uitgenodigd eens te kijken wat er precies mis is.
Voor het eerst in hun leven. Waarom nu pas? ''Typisch
zo'n vraag waarmee ik
in mijn maag zit,'' zegt PvdA-wethouder
Rob Oudkerk van Sociale Zaken en Onderwijs. ''Ik weet het niet.
Bij de PvdA hebben we altijd gedacht dat mensen het wel in eigen
omgeving zouden leren. Een denkfout. Inderdaad: we hebben ze
als overheid in
de kou laten staan.''
Het
Parool, 11 januari 2003
|
>Naar boven
De kinderen van arbeidsmigranten
Veel allochtone
jongeren horen tot de eerste generatie omdat ze zelf ook in het buitenland
geboren zijn. Anderen, die in Nederland geboren zijn, worden tot de
tweede generatie gerekend. Voor hun geldt, net als voor alle, Nederlandse
kinderen dat ze leerplichtig
zijn en dus gewoon naar school moeten. Maar over het algemeen
gaat het op school minder goed met allochtone kinderen in vergelijking
met de autochtone jongeren. De laatste jaren verbetert dit wel.
Allochtone jongeren beginnen hun schoolcarriere
vaak met een achterstand wat betreft de Nederlandse taal. Thuis wordt
meestal alleen de moedertaal gesproken. Ze kiezen gemiddeld voor een
lager onderwijstype en het komt vaker voor dat ze zonder diploma hun
school verlaten. Jongens doen het meestal slechter dan meisjes. Vooral
onder jongeren van Marokkaanse origine, blijkt er een groot verschil
te bestaan tussen de houding en de prestatie van jongens en meisjes.
"School is alles voor mij. Wij Marokkaanse meiden hebben
een strijd te leveren, en als je je school opgeeft, dan heb
je simpelweg niets meer waar je op
terug kunt vallen. Toen ik in het laatste jaar van de
middelbare
school zat, wilde mijn vader dat ik van
school af ging en aan een partner ging denken. Ik moet
er niet aan denken dat ik toen had gedaan wat mijn ouders van
mij verlangden."
Fatiha,
24 jaar
"Op
de technische school waar ik me aanmeldde, werd ik meteen aangenomen.
Deze opleiding resulteerde helaas in niets. Het was een vervelende
leeftijd, ik had niet zoveel zin om naar school te gaan en de
nodige stimulans en motivatie ontbrak. De vrijheid die ik kreeg
was best groot. Binnen
de kortste keren deed ik de hele dag niets behalve rotzooi
trappen. Ik wilde helemaal niet meer naar school. Mijn
vader zei dat ik beter op school kon blijven, maar ik luisterde
niet naar hem."
Mustafa
24 jaar
|
Er zijn
allerlei programma's om de leerachterstand
van allochtone jongeren te bestrijden. Ook hieruit blijkt de veranderde
mentaliteit van de overheid: vroeger werd er les gegeven in
de moedertalen van allochtone leerlingen, nu wordt er extra les gegeven
in de Nederlandse taal.
>Naar boven
Nieuwkomers:
Na het 'allochtonenbeleid dat in 1989 werd ingevoerd, komt er in 1998 een nieuwe wet, Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN). De nieuwe wet is bedoeld voor alle immigranten van 18 jaar en ouder die minder dan een jaar in Nederland wonen. Het doel is dat de immigrant zichzelf kan redden en volwaardig kan functioneren in de Nederlandse maatschappij. Dat betekent dat hij/zij Nederlands moet leren, maatschappelijk moet integreren, naar school moet of werk moet zoeken. Als de nieuwkomer dit niet doet, kunnen er financiële sancties volgen. Er is nu zelfs een discussie om immigranten die het inburgeringsprogramma niet succesvol afsluiten, terug te sturen naar hun land van herkomst.
In de afgelopen 25 jaar is de houding van de overheid dus veel strikter geworden. 'We nemen de nieuwe Nederlanders eindelijk serieus,' lijkt de regering te zeggen. Het nieuwe beleid geeft de nieuwe Nederlanders immers een betere kans om snel zelfstandig te kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving.
Om u als nieuwkomer zo goed mogelijk te helpen bij het
opbouwen van een bestaan in Nederland heeft de regering
besloten nieuwe inwoners een inburgeringsprogramma aan te bieden.
Dit is vastgelegd
in de Wet inburgering nieuwkomers (WIN).
Waarom
inburgeren?
Voor
het opbouwen van een bestaan in Nederland is voldoende kennis
van de Nederlandse taal en de samenleving noodzakelijk.
Voor bijna elke opleiding of baan wordt deze kennis van u gevraagd.
En ook in uw dagelijkse leven komt
dit u van
pas. Na het volgen van het inburgeringsprogramma kunt
u gemakkelijker uw weg vinden in de maatschappij. Bijvoorbeeld
een baan zoeken of verder leren.
Een
volledig inburgeringsprogramma bestaat uit de volgende onderdelen:
- lessen
Nederlands
- lessen
over Nederland
- informatie
over de mogelijkheden om in Nederland te werken
- begeleiding
voor een kennismaking met de wijk, de buurt en allerlei voorzieningen
- begeleiding
naar verdere studie of werk.
Uit
de brochure 'Een nieuw bestaan in Nederland'
|
De categorie
nieuwkomers is een zeer heterogene groep. Sommige nieuwkomers komen
naar Nederland in
het kader van gezinsvorming. Veel allochtonen van Turkse en
Marokkaanse afkomst trouwen met een landgenoot die (nog) in het land
van herkomst woont. Vaak uit de streek waar ze zelf ook vandaan komen.
Maar nieuwkomers kunnen ook politieke vluchtelingen uit volstrekt andere
delen van de wereld zijn. Daarom kan het opleidingsniveau
sterk verschillen. Over het algemeen ligt het opleidingsniveau van politieke
vluchtelingen hoger (ze zijn zelf ook vaak ouder) dan van bijvoorbeeld
een Marokkaans jongere uit de streek rondom het Rifgebergte (de meeste
Marokkaanse Nederlanders komen van oorsprong uit de Riffijns-Berberse
regio).
"Zonder het WIN-programma was het inburgeren moeilijk geweest.
Door naar school te gaan krijgt je leven vorm en voel je je
minder ge.soleerd. Maar iemand die 20 jaar in een andere cultuur
geleefd heeft, kan natuurlijk nooit in ??n jaar volledig integreren."
Vluchteling
uit Iran @www.vluchtelingenwerk.nl
[Nederlandstalige webstek van Vluchtelingenwerk Nederland, een organisatie die steunt biedt aan asielzoekers en vluchtelingen in Nederland]
|
Drie bekende problemen van allochtonen
Werkloosheid
De werkloosheid
onder niet-westerse allochtonen is, zowel onder de eerste als de tweede
generatie, veel hoger dan onder autochtone Nederlanders. De overheid
probeert de werkloosheid onder allochtonen terug
te dringen. Zo zijn er allerlei wetten tegen discriminatie van
allochtonen bij het recruteren van werknemers. Uiteraard hangt
een zekere (jeugd-) werkloosheid ook samen
met gebrekkige
scholing.
Naar boven
Werkloosheid in % naar herkomst
Armoede
Mede
door de hoge werkloosheid heeft de gemiddelde niet-westerse allochtoon
minder te besteden
dan de gemiddelde autochtoon. Dit heeft weer tot
gevolg dat bepaalde wijken, met veel goedkope huurwoningen,
'zwart' worden. Dat betekent dat de rijkere en vaak 'witte' bewoners
ergens anders gaan wonen.
Inkomen per huishouden
in % ten
opzichte van autochtone Nederlanders
(
= 100%) naar herkomst
Jeugdcriminaliteit
Onder
allochtone jongeren ligt de criminaliteit hoger dan onder autochtone
jongeren. Hierdoor komen vooral Marokkaanse en Antilliaanse jongens
vaak negatief in de publiciteit. Uiteraard heeft dit probleem te maken
met bovengenoemde
problemen (schooluitval
en werkloosheid).
Criminaliteit onder jongeren van 12-24 jaar in % naar herkomst
Het multiculturele drama?
Vooral sinds de opkomst van de politieke partij van de overleden Pim Fortuyn (LPF) staat het minderhedenbeleid hoog op de politieke agenda. Er wordt wel gesproken over het 'multiculturele drama' dat zich in Nederland zou afspelen. Er ligt vaak veel nadruk op mislukken en falen. Sommige Nederlanders zijn bang dat wat zij denken dat 'echt Hollands' is, verdwijnt. Er is veel discussie over de islamisering van de samenleving en regelmatig hoor je de roep om trots te zijn op onze westerse cultuur en onze liberale waarden. De discussies lopen vaak hoog op en zijn meestal erg emotioneel.
Toch geeft het idee van een 'multicultureel drama' een heel eenzijdig beeld. Niet alleen op straat en in het leven van alledag, maar ook op gebieden van 'nationaal belang' zoals sport, literatuur en kunst, muziek, politiek (ook culinair) is het leven er in Nederland gevarieerder, kleurrijker (en pittiger) op geworden. Naast Fannie Blankers Koen, Nellie Cooman; naast Mulisch, Bouazza; naast Youp van 't Hek, Najib Amhali; naast spruitjes, kousenband. Alsof dat geen opluchting is.
>Naar boven
Please
click >here for Copyright acknowledgements
Please
take a few moments of your time to fill in the >feedback
form.