Geschiedenis van de immigratie in Nederland
##Geschiedenis van immigratie naar Nederland 1950-2000 aantal immigranten x 1.000

Arbeidsmigratie
Na de Tweede Wereldoorlog ligt Nederland in puin: de industrie is verwoest, woningen zijn vernield en de werkloosheid is torenhoog[1]. Het land moet heropgebouwd[2] en geïndustrialiseerd[3] worden. Dit proces verloopt sneller dan verwacht, en leidt op het einde van de jaren '50 en begin jaren '60 tot een tekort aan personeel op de arbeidsmarkt. Aanvankelijk werven bedrijven en later ook de overheid werknemers uit Zuid-Europa (voornamelijk Spanje en Italië). Men werft vooral laaggeschoolden[4], omdat die het meest nodig zijn in de nieuwe industrie. Deze gastarbeiders keren vaak na een aantal jaren weer terug naar hun land van herkomst. Vanaf het midden van de jaren '60 beleeft de Nederlandse economie een enorme bloei. De Nederlandse regering besluit nu ook gastarbeiders uit Turkije en Marokko naar Nederland te halen. Zo komen veel, vooral getrouwde mannen met kinderen, zich in Nederland vestigen. Ze hopen er snel veel geld te verdienen om hun gezin in hun land van herkomst een betere toekomst te geven. 'Weggaan om te blijven', was de paradox.
Naar boven
Volgmigratie
Door de oliecrisis[5] van de jaren '70 geraakt de Nederlandse economie in een dip. De werkloosheid stijgt snel en vooral in de industrie worden veel arbeiders ontslagen. Omdat er nu geen nood meer is aan extra arbeidskrachten wordt de arbeidsmigratie in 1973 stopgezet. Toch neemt de populatie van de oorspronkelijke gastarbeiders sterk toe dankzij de invoering van de wet op de gezinshereniging[6] (1974). Hierdoor konden gastarbeiders hun achtergebleven familie naar Nederland laten komen. Vanaf dan arriveren veel vrouwen en kinderen, vooral uit Marokko en Turkije, in Nederland.
Naar boven
Migratie
uit voormalige koloniën
Vanaf de 17de eeuw krijgt Nederland grote invloed in een aantal overzeese[7] gebieden. Wat begon met handeldrijven resulteerde in koloniale overheersing die duurde tot de tweede helft van de 20ste eeuw. Ook uit deze (voormalige) koloniale gebieden kwamen grote groepen mensen zich sinds midden vorige eeuw in Nederland vestigen.
De belangrijkste kolonie van Nederland was ##Nederlands-Indië of Indonesië. Tussen 1945 en '65 kwamen ongeveer 300.000 Nederlanders, Indo's[8] en Molukkers[9] naar Nederland. Het merendeel van hen vertrok rond de machtsoverdracht[10] aan Indonesië in 1949.
Een andere belangrijke Nederlandse kolonie was ##Suriname, dat in 1975 onafhankelijk werd. Vlak voor de onafhankelijkheid kwamen er grote migratiestromen[11] richting Nederland op gang. Tegen 1980 zouden ongeveer 300.000 Surinamers in Nederland arriveren.
Ook vanuit de ##Nederlandse Antillen, officieel nog steeds onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden, dienen zich sinds de jaren '90 grote groepen migranten aan.
Ongeveer 130.000 Antillianen, een derde van de totale bevolking van de Nederlandse Antillen, woont momenteel in Nederland.
Naar boven
Asielmigratie
Vanaf de jaren '80 komt er een nieuwe soort immigratiestroom op gang: de zogenaamde asielmigratie. Deze asielzoekers ontvluchten hun land van oorsprong vanwege politieke, humanitaire en economische redenen en komen naar Nederland vanuit alle hoeken van de wereld. Anno 2008 komen de meeste politieke vluchtelingen uit Irak, Somalië en Afghanistan. Hoewel in 2000 nog bijna 40.000 asielzoekers in Nederland werden opgevangen, zijn dat er vandaag minder dan 10.000 per jaar. Omdat de meeste vluchtelingen nog niet zo lang in Nederland wonen, bestaat deze groep allochtonen grotendeels uit eerste generatie allochtonen.
Naar boven