Inleiding Nederlandse Taalkunde
   

Begrippenlijst - O

*Object - Lijdend voorwerp. Bijvoorbeeld: [Ik sla de jongen.]

Onderscheidend kenmerk - Eigenschap van een klank die het verschil maakt tussen de ene en de andere klank. Bijvoorbeeld: de /b/ en /p/ verschillen alleen wat betreft [STEM]. Dit kenmerk is onderscheidend. Zie ook >natuurlijke klasse.

Onderwerp - IS >subject.

Oneindig - Zonder einde. Oneindig is een begrip uit de logica en filosofie.

Oneindige mogelijkheden - Mogelijkheden waar geen einde aan zit.

Ongeronde klinker – Klinker waarbij de lippen niet rond zijn. Bijvoorbeeld: [ de [ɛ] in bed.]. Zie ook >geronde klinker.

Ongrammaticaal - Niet grammaticaal. Zie ook >grammaticaal.

(on)overgankelijk werkwoord - IS transitief en intransitief werkwoord.

A B C D E F G H I K L M N O P R S T U V W Z