Inleiding Nederlandse Taalkunde
   

Begrippenlijst - N

Nasaal - Geluid dat ontstaat omdat de mondholte volledig is afgesloten en lucht van de longen naar de buiten moet via de neusholte . Bijvoorbeeld: [n] (neus), [m] (maan).

Natuurlijke klasse - Een groep klanken die bepaalde fonetische kenmerken delen. Bijvoorbeeld de /m/ /p/ en /b/ zijn allen >bilabiaal. Zie ook >onderscheidend kenmerk.

*Nomen - Ook wel >zelfstandig naamwoord of >substantief genoemd. Een woordsoort die naar een persoon, plaats of ding kan verwijzen. Bijvoorbeeld: [huis], [Jan], [herdenking], [melk], etc. etc.

*Nominale constituent - Ook wel NP (Noun Phrase). Deel van een zin waarvan het hoofd een nomen is. Bijvoorbeeld [De herdenking van de ramp begint om twee uur]. Zie ook >nomen, >constituent en >verbale constituent.

A B C D E F G H I K L M N O P R S T U V W Z