Begrippenlijst - DDeixis - Het verschijnsel dat sommige taaluitingen gevoelig zijn voor de situatie waarin ze gebruikt worden (context-afhankelijk). Descriptieve Grammatica - Beschrijvende grammatica. De regels worden opgesteld op basis van hoe mensen taal gebruiken. Zie ook >prescriptieve grammatica. *Determinator - Ook wel >artikel genoemd. Het woord dat voorafgaat aan het nomen in een nominaal constituent. Bijvoorbeeld: [Het huis, alle vrouwen, de auto, een fiets] Diftong - Een klinker waarvan de klank verandert gedurende de uitspraak. Bijvoorbeeld: [ɛi] (ei) en [œy] (ui). *Diminutief – Ook wel >verkleinwoord genoemd. Een deel van een woord (affix) dat de betekenis geeft dat iets klein of kleiner is. Bijvoorbeeld: [hond] en [hondje]. Het gedeelte -je geeft aan dat het om iets kleins gaat. Discourse Deixis - Zie deixis. |
|