UCL logo banner right
 

Emblemen


In 1531 ontstond, enigszins bij toeval, een literair genre dat in de Renaissance grote populariteit zou gaan genieten. Dat was het embleem: een combinatie van een afbeelding en een gedicht. Dit gebeurde toen de drukker van de Italiaanse dichter Alciato diens verzameling epigrammen van afbeeldingen voorzag.

In de zestiende en zeventiende eeuw waren de meeste emblemen opgebouwd uit de volgende 3 componenten: een opschrift of motto (inscriptio in het Latijn), een afbeelding (pictura), en een bijschrift in proza of, zoals meestal het geval was, in verzen (subscriptio). Deze aantrekkelijke combinatie van tekst en beeld maakte dat dit genre erg snel aan populariteit won in Italië en Frankrijk.

Hoewel het embleem een typisch literair product was van zestiende-eeuws Europa, gebruikten en hergebruikten de embleemschrijvers populaire middeleeuwse symbolen en allegorieën[1], wapenschilden[2] en hiërogliefen. Net als ook voor andere literaire genres uit deze periode het geval was, hadden de Klassieke (dus, de Latijnse en Griekse) mythen en legendes, maar ook Bijbelse en Christelijke thema’s, een enorme invloed op de embleemliteratuur.

Toen ##emblemen in de jaren 1550 ook in de Nederlanden bekend geraakten, waren de meeste bijschriften in het Latijn – het merendeel van de zestiende-eeuwse literatuur was trouwens in deze taal geschreven. In de jaren 1570 en 1580 begonnen er meer en meer stemmen op te gaan[3] voor het gebruik van de volkstaal als literaire taal. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we in 1601 de eerste emblemenbundel, van de hand van Daniel Heinsius, met bijschriften in het Nederlands zien verschijnen. Andere vooraanstaande dichters, zoals Hooft en Vondel, volgden Heinsius’ voorbeeld. In de >voor-rede van de Sinnepoppen bezingt Roemer Visscher, die een felle voorstander was van het gebruik van het Nederlands, zijn liefde voor zijn moedertaal.

Het genre bereikte zijn bloeiperiode in de Nederlandse Republiek in de eerste decennia van de zeventiende eeuw. Liefdesemblemen waren een typisch Nederlands product: een van de hoogtepunten was ongetwijfeld de debuutbundel van Hooft, Emblemata Amatoria (1611). Nog typischer waren de emblemen waarvan de pictura en subsciptio rechtstreeks verband hielden met het dagelijkse leven. Deze emblemen waren erg herkenbaar voor lezers uit die tijd en vandaar ook erg populair. Ze waren bovendien het perfecte instrument voor het overbrengen van morele lessen, zoals duidelijk blijkt uit de Sinnepoppen van Visscher en uit een andere belangrijke emblemenbundel uit de Gouden Eeuw, #de Sinne- en Minnebeelden (1627) van Jacob Cats.


woodcut