Inleiding

Brussel, tweetalige hoofdstad van Europa, België en Vlaanderen en een autonome[1] regio op zichzelf; het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een miljoen inwoners, waarvan bijna een derde geen Belgische identiteitskaart op zak heeft[2] en bij benadering[3] nog eens acht procent van vreemde afkomst is. In dat opzicht lijkt Brussel wel op Londen, zij het op kleinere schaal. Maar de situatie in Brussel is complexer omdat de stad ook nog eens de inzet[4] is van een bittere taalstrijd tussen de Vlamingen en de Franstaligen. Die politieke perikelen[5] gaan het petje[6] van de doorgaans pragmatische Brusselaar vaak ver te boven[6]. Niettemin heeft deze situatie ingrijpende[1] gevolgen voor alle inwoners van de negentien gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

photo
 
Als je het linguistische landschap van Brussel bekijkt is dat om meerdere redenen interessant. Om te beginnen ligt de stad op de scheiding tussen het Nederlandstalig en Franstalig taalgebied en je zou kunnen zeggen op de breuklijn[2] tussen twee verschillende culturen. Brussel is op 150 jaar tijd verschoven van een Vlaamse stad naar een stad waar het Frans duidelijk de lingua franca is, maar waar ook Engels, Arabisch en een hele resem[3] andere talen vaak te horen zijn. Brussel is immers in de afgelopen decennia een migratiestad bij uitstek[4] geworden. Veel oorspronkelijke bewoners vertrokken naar de omliggende dorpen in de rand en de binnenstad trok nieuwe, veelal niet-Europese en vaak minder gefortuneerde bewoners aan. Daarnaast kwamen ook veel welgestelde en hoogopgeleide westerlingen zich in de groene gordel[5] rond de binnenstad vestigen toen Brussel het hart van Europa en meerdere internationale instellingen werd.

In dit studiepakket bekijken we deze ingrijpende evoluties en de culturele, sociale en politieke gevolgen ervan. Daarbij belichten we vooral het linguistisch aspect; welke talen sprak en spreekt men in Brussel, wanneer spreekt men welke taal, wat is de sociale en politieke status van de verschillende talen en in welke mate is taal een aspect van de identiteit van de alsmaar verscheidener wordende Brusselaars.

De eerste delen (Broecsele, l’union fait la force, tweetalig eiland, wereldcentrum) nemen je mee door de verschillende fasen van de ontwikkeling van Brussel als Vlaamse stad naar meertalige en multiculturele metropool. De laatste delen (taalgebruik, taal en politiek, taal en onderwijs, taal en identiteit, taal en integratie) gaan dieper in op de relatie tussen de ta(a)len die de bewoners spreken en in welke mate ze in die ta(a)len ‘leven’ en wat dat voor hen betekent.

Het Nederlands in dit studiepakket komt overeen met dat van het Pocketwoordenboek Nederlands als Vreemde Taal van Van Dale. Woorden die hier niet in staan, zijn verklaard, maar afleidingen en samenstellingen van woorden uit het Pocketwoordenboek niet. Dus een woord als ‘taalonderwijsbeleid’ staat niet in het woordenboek, maar ‘taal’, ‘onderwijs’ en ‘beleid’ wel. Je zal ook af en toe woorden tegenkomen die alleen in Vlaanderen gebruikt worden.

We wensen je veel plezier bij het doorwerken van dit pakket!

kaart