2. de voertaal: zn. = taal die op school en bij de officiële omgang gebruikt wordt
3. omwallen: ww. = een muur bouwen rond
4. het gildenleven: zn. [gilden + leven]; gilden waren middeleeuwse organisaties van vakbroeders binnen één stad
5. verschuiven: ww. = opschuiven
6. het hof: zn. = het huishouden en de woonst van een vorst