Woordverklaringen

1. toenmalig: bn. = uit die tijd

2. de francofoon: zn. = iemand die Frans spreekt [in Vlaanderen vaak pejoratief gebruikt]

3. zwichten voor: ww. = bezwijken voor

4. de malaise: zn. = slechte periode voor de handel

5. onmondig: bn. = niet sociaal weerbaar

6. de vernederlandsing: zn. = het Nederlandstalig worden

sluit dit venster